Witte druif

Deze witte druif is een zelfbestuivende plant. De plant is goed winterhard. Na een koude winter komen er elk voorjaar opnieuw bladeren aan de witte druif. De druiven die aan de struik verschijnen zijn middelgroot. De geelwitte druiven zijn zoet, sappig en hebben een heerlijke geur. Je kunt de vruchten direct van de struik eten, gebruiken in een fruitsalade of er bijvoorbeeld zelf wijn mee maken.

Zo verzorg je de witte druif
Het onderhouden van een druivenstruik vergt wat tijd. De druivenstruik groeit op alle gronden, maar heeft een voorkeur voor een leem- en zandleemgrond. Tevens moet de grond goed waterdoorlatend zijn. Plant de druivenstruik op een plek langs een muur of klimwand waar de druiven voldoende zonlicht ontvangen.

Zo snoei je je druivenstruik
Om van de druivenstruik een sterke plant te maken, is het belangrijk jaarlijks te snoeien. Dit doe je in de zomer en in de winter. Tijdens de zomersnoei snoei je kleine, jonge scheuten weg die aan de grootste houtachtige tak(ken) van de plant zijn gegroeid. De sterkste uitloper(s) leid je met bindband langs je pergola, schutting, trellis scherm of muur omhoog of opzij.

Tijdens de wintersnoei snoei je houtachtige takken terug. Knip de houtachtige takken steeds tot vlak boven de knoppen op een schuine manier af. Van jonge scheuten die dat jaar aan de houtachtige hoofdtakken van je plant zijn gegroeid, behoud je alleen de sterkste. De rest van de scheuten snoei je weg. De overgebleven uitlopers snoei je niet helemaal weg, maar kort je zo in dat er per uitloper 2 tot 3 knoppen op de uitloper zitten.

Let op!
Snoei door het hele jaar heen takken weg die uit de hoofdstam van de druivenplant groeien. De levering van fruitplanten kan maximaal een week duren.